Woord(en) vooraf
Martine Delcol
Wanneer de VRT in het begin van het jaar 2019 had
aangekondigd een reeks uitzendingen te maken over de “kinderen van de kolonisatie”
zoals ze reeds gemaakt over deze van de collaboratie vond ik die reeksen
interessant en goed gemaakt. Ik stelde mij dan ook voor om deel te nemen. Het
idee om te laten zien hoe de keuze van onze ouders ons leven had beïnvloed.
Ik was kandidate om deel te nemen aan een interview
van 2 uur maar mijn visie kaderde niet met hun uitzending.
Pierre Van Bost is de auteur van het boek “L’héritage des ‘Banoko’. De
volgende hoofdstukken zijn zijn reacties onmiddellijk
na de uitzendingen.
Ik heb het debat gevolgd in het programma “De zevende
dag”. Aan tafel zaten 2 antikoloniale activisten van Congolese oorsprong, een
Nederlandse journalist, super progressist en de arme Herman Decroo
alleen tegen 3. Meer hoef ik niet te zeggen maar vooraleer de uizendingen te
bekijken zet U scherp en neem een kalmeermiddelke.
Pierre Van Cleven
De replieken van Pierre Van Bost waren in het Frans ( version française originale ) en op de website Congo-1960.be geplaatst door
Martine Delcol onderhouden. Helaas door allerlei
problemen kon deze website niet verder uitgebreid worden. Het was dan ook niet
mogelijk om de Nederlandse vertaling aan deze website toe te voegen. Ik heb het
dan ook op mij genomen om deze replieken op mijn website te zetten.
Waarom? Omdat ik grotendeels akkoord ben met wat P.
Van Bost zegt maar ook omdat er nooit een uitzending geweest met het weerleggen
van wat sommige getuigen vertellen. Anderzijds is er een uitwisseling geweest
van informatie door mensen die geïnterviewd geweest zijn maar waarvan de
getuigenissen niet overeenkwamen met de ideeën van de realisatoren van deze
reeks. Het geheel van uitzendingen is een negatief beeld van wat de kolonialen
gedaan hebben in deze 75 jaren van aanwezigheid. Het past geheel in het kader
van ‘Alle Belgen zijn racisten, handenafkappers en
uitbuiters’. Sorry er zijn ook positieve zaken geweest en spijtig genoeg ook
negatieve.
Elke aflevering wordt voorafgegaan door een
introductie van de hand van Martine Delcol
De getuigen vertellen over de exploitatie van de
bodemrijkdommen en leggen uit hoe de Kerk er mee voor zorgde dat het Congolese
volk niet in opstand kwam tegen het harde koloniale regime. De realiteit van
dat regime staat haaks op het beeld dat velen vandaag hebben over de
'modelkolonie Belgisch-Congo': het was een systeem gebaseerd op uitbuiting,
geweld en onderdrukking.
De getuigen blikken vandaag terug op dat systeem waar
ze zelf deel van uitmaakten als kolonialen, of op hun leven als jonge
Congolezen in een samenleving die maar weinig uitzicht bood op een
aantrekkelijke toekomst. Ze vertellen over de beperkingen en de discriminatie.
Ze veroordelen het systeem, maar zeker niet iedereen die erbij betrokken was.
Ook verschillende Belgen kijken vandaag zeer kritisch
terug op hun aanwezigheid in Belgisch-Congo. We merken ook een groot verschil
tussen Congolezen die al decennia in België wonen, en zij die Congo nooit
hebben verlaten. Beide groepen kijken anders terug op de koloniale tijd.
1ste aflevering
Kinderen van de Kolonie
Repliek van P. Van
Bost
In maart heb ik een
lang onderhoud gehad met iemand van de VRT. In juli liet deze mij weten dat ik
niet aan bod zou komen
Na de eerste
aflevering gezien te hebben dinsdag laatstleden, begrijp ik waarom ik niet aan
bod mocht komen. Mijn visie op de kolonisatie die ik heb uitgelegd in mijn boek
“L’héritage des Banoko- Un bilan de la colonisation”
kadert niet met deze van de makers van de serie.
Eerste vaststelling, er is een fundamenteel
verschil tussen beide reeksen.
In de reeks over “de
kinderen van de collaboratie” herinner ik mij niet dat deze begon met wat de
collaboratie was en ik herinner mij ook niet interviews te hebben gezien met
slachtoffers van de collaboratie. Dus kwam ik tot de conclusie dat het doel van uitzending
was de collaboratie te vergoelijken.
Daarentegen begint de nieuwe reeks met de
“onthulling” aan de Vlamingen van een koloniale geschiedenis die men hen altijd
heeft verdoezeld. Om dit te doen komen alle antikoloniale stereotype naar voor:
wreedheid, afgehakte handen, miljoenen doden, koloniale plunderingen.. en men
onthult ook dat men de Belgen altijd heeft doen geloven dat men de beschaving
heeft gebracht maar niets was minder waar, want de lokale bevolking had een
beschaving… maar men zegt er niet bij dat een primitieve beschaving was welke
geen geschreven taal had, zich soms met mensenvlees voedde, slachtoffers van
tovenaars waren, enz…
Als blanke getuige
liet men aan het woord André de Maere, Mevr Rijkmans en een oudere dame, echtgenote van een
territoriale beheerder, kortom geen enkel ‘kind van de kolonie’. Men heeft wel
het woord gegeven aan Belgen van Congolese oorsprong die veel geleden van de
wreedheid van de Blanken, maw slachtoffers van de
kolonisatie. Ik vraag mij af waarom deze hun mooi Kongo verlaten hebben, om
zich bij de folteraars van hun ouders te voegen en de Belgische nationaliteit
te vragen die ze zo verfoeiden in 1960. Slechts 2 Belgische kinderen van de
kolonie kwamen aan het woord.
Als ik hoor wat de
Congolezen van diaspora zeggen dan vind ik daar niet de koloniale Kongo van
mijn jeugd. Men heeft ook Congolezen geïnterviewd die in Kongo wonen. Deze zijn
over het algemeen positiever over het koloniaal verleden maar verheugt U niet over
getuigenissen want Walter Zinzen, voormalig
journalist van de VRT schreef in De Standaard het volgende:”Ja, natuurlijk zijn
er Congolezen die heimwee hebben naar de kolonie, er zijn ook Belgen die
heimwee hebben naar Hitler”. Journalisten zijn dan verwonderd dat men hen
beschuldigt van “fake news”
De Congolezen hebben
het recht een eigen nationale geschiedenis te hebben, met helden en glorierijke
feiten, maar ik zie niet in waarom men onze geschiedenis van de kolonie dat van
hen zou moeten zijn. Geschiedenis is verschillend naargelang waar men zich
bevind. Zo is de Guldensporenslag voor ons een belangrijk historisch feit in de
Belgische geschiedenis maar slecht een boerenrevolutie voor de Fransen die toen
onze kontreien controleerden.
© Pierre Van
Bost
Na de Tweede Wereldoorlog verbeteren de
leefomstandigheden van het Congolese volk enigszins. De enorme inspanning die
de Congolezen hadden geleverd tijdens de oorlog, wordt daarna in zekere mate
gecompenseerd door de uitbouw van een bescheiden verzorgingsstaat:
basisgezondheidszorg en gratis lager onderwijs voor de meeste Congolezen.
Maar de prijs die ze betalen voor die zorg, is hoog:
in de stedelijke centra is er segregatie, racisme en discriminatie. Congolezen
hebben nauwelijks uitzicht op een verbetering van hun sociale positie, ze
worden overal gediscrimineerd en mogen alleen dienende rollen vervullen.
De Belgische koloniale overheid behandelt het volk als
een nooit opgroeiend kind. De Congolezen krijgen geen enkele
verantwoordelijkheid toebedeeld. Toch zorgen de verbeterende leefomstandigheden
ook voor een ontluikende Congolese middenklasse die alsmaar luider eisen
formuleert aan het adres van de Belgische kolonisator. Een prille
onafhankelijkheidsbeweging krijgt stilaan vorm.
P. Van Bost
De ‘bashing’ gaat verder… zonder relativering, zonder
onderscheid, natuurlijk moest men niet hopen op iets anders.
Men vergelijkt
Leopoldstad en Katanga met de rest van het land. De Blanken feesten terwijl de
zwarten voor hen zwoegden voor een miserabel loon die hen niet toeliet om van
te leven.
Als bewijs een citaat van Pierre Ryckmans uit
een conferentie die hij gaf in Leopoldstad op 5 juli 1945. Hij citeerde onder
andere:
« Onze Congolezen in de dorpen hebben
geen overbodige middelen, hun levensniveau is zo laag dat men het enkel als
onsamendrukbaar kan beschouwen maar beneden levensminimum. De landelijke
bevolking in zwart Afrika is armoedig. Het geheel van hun activiteiten laat hen
slechts toe tot de meest elementaire noden. De massa is slecht behuisd, slecht
gekleed, slecht gevoed, ongeletterd, vatbaar voor ziekten en tot een vroege
dood bestemt.”
Uiteraard is deze tekst uit zijn context
gehaald. De volgende alinea zei:
De landelijke economie in Afrika kent noch het wiel, noch de watertank,
noch de katrol, noch de baksteen, noch de zaag, noch de mest, zij kent geen
trekbeesten, geen zadelbeesten. Bereken wat het kost in dagen om een prauw te
maken om enkele kilos vis te hebben, de landbouw van een hectare grond in een
woud, het dragen van katoen? Wat blijft er over als productietijd om nieuw
kapitaal te maken.
Pierre Ryckmans stelde eigenlijk een
ontwikkelingsprogramma voor:
« Uiteraard, Zwarten en Chinezen
vragen niet liever dan te mogen genieten van de weldaad van de beschaving
mochten ze het kunnen betalen. Het is hun armoede die hen van het economisch
leven uitsluit. Ze zijn arm omdat ze weinig en slecht produceren. Ze missen
efficiëntie, kapitaal en werktuigen. Geef hen dan kredieten en technische
assistentie… dat men voor een vijfjarenplan maakt. Onze eerste taak voor de
Congolezen is ze te bewapenen voor het leven”
Uiteraard is dit het
standpunt van een schaamtelijke paternalist.
Men gaf aan de Congolezen
geen enkele verantwoordelijkheid. ’t Is te zien van welke verantwoordelijkheid
men spreekt. Er waren machinisten, kapiteins van boten, leiders van Congolese landelijke
centra.
Zeer vroeg, sinds 1917, gaven de Belgen
de zware verantwoordelijkheid om treinen te besturen aan de zwarten, ook voor reizigerstreinen.
Het was het startpunt van de politiek om zwarten werken te laten uitvoeren die
voorheen door blanken werd gedaan. Mr Sengier,
toenmalige directeur van de U.M.H.K., bij een reis in Zuid-Afrika aan generaal Smuts vroeg : “Indien U naar Katanga komt, zou U verbaast
zijn om een inlander de locomotief van uw trein te zien sturen?”, Waarop deze
antwoordde: “Nee! Jullie Belgen zijn op het goede spoor. Maar jullie hoeven
geen rekening te houden met een bevolking van enkele miljoenen Zuid-Afrikaanse
blanken”.
De getuigenissen van de
Congolezen in Belgie zijn belachelijk. Zo verklaart Bénédicte Mubalo Kalasa, geboren in 1955, dat ze toen nooit een blanke van
haar leeftijd gezien had. Begrijpen wie begrijpen kan. Pierre Dizzy Manjeku Lengo, geboren in 1944,
beweert dat zwarten moesten zwijgen als ze voorbij een huis kwamen waar een
Blanke zijn siësta deed. Tracy Bibo, geboren in
België in 1990, hamerde op het feit dat in 1960er slechts 16 universitaire
Congolezen waren. Ze wist vermoedelijk niet dat er in 1960 2 universiteiten
waren waar enkele honderden Congolese studenten in de pipelines
zaten.
Om de volgende aflevering
aan te kondigen hebben we recht om kennis te maken met Juliana Lumumba die verklaart: “De Belgen hebben niet alleen mijn
vader vermoord, maar ze hebben ook de droom van de Congolezen vermoord voor een
betere toekomst ». Met Lumumba zou het niet
beter zijn vandaag!
Pierre Van Bost
In 1955 lanceert professor Jef Van Bilsen
een dertigjarenplan met het oog op Congolees zelfbestuur. Het plan wordt op
hoongelach onthaald, maar vijf jaar later, op 30 juni 1960, is het
onafhankelijke Congo een feit.
Deze derde aflevering toont hoe die snelle
onafhankelijkheid tot stand kwam en hoe verschillende belangrijke figuren
achter de schermen aan de touwtjes trokken. Dat ging van economische afspraken
over de relaties tussen België en Congo na de onafhankelijkheid tot de
gruwelijke moord op de eerste legitiem verkozen premier van Congo, Patrice Lumumba.
De maanden die volgen op de onafhankelijkheid zijn
tumultueus. De twee rijkste provincies van het land scheuren zich met Belgische
steun af van de regering in Leopoldstad, er zijn rellen en muiterijen. Blanken
vluchten het land uit en etnische spanningen steken de kop op.
De VN intervenieert met een dubbele agenda, Mobutu
pleegt een staatsgreep, premier Lumumba wordt
gearresteerd en uiteindelijk ook vermoord. Rond de totstandkoming van de
Congolese onafhankelijkheid hangt nog altijd een waas waarin geruchten en
mythes hun weg vinden naar het grote publiek. De rol van België in de hele
operatie - voor én na 30 juni 1960 - wordt in deze aflevering geduid en
toegelicht. Die gebeurtenissen zijn ook vandaag nog altijd voer voor discussie
en onenigheid.
P. Van Bost
3de aflevering Kinderen van de Kolonie
Laat ons herhalen wat
het doel is van de uitzending: de kinderen van de kolonie, Congolezen en Belgen, toelaten om hun persoonlijke
herinneringen van de kolonie toe te lichten en welke gevolgen deze hebben gehad
op hun leven. Ondanks dit hebben de realisatoren gekozen voor “getuigen” die
geen kinderen zijn van de kolonie zoals André de Maere en Mme Ryckmans, en getuigen die nog niet geboren waren in 1960.
Dit gezegd deze aflevering overkoepelt de periode 1955-1960 dat leidt
tot de onafhankelijkheid. De aflevering maakt de verdedigingsrede van Patrice Lumumba, de andere
Congolese spelers van de onafhankelijkheid worden verzwegen of voorgesteld als speelpoppen
van de Belgen. De realisatoren zijn overeengekomen dat bijna alle getuigen Patrice Lumumba voorgesteld wordt
als een martelaar, slachtoffer van de Belgen.
Zoals in de vorige afleveringen aarzelen
de realisatoren niet om de waarheid onrecht te doen. Enkele voorbeelden :
De Expo 58 wordt aangegeven als de vonk naar onafhankelijkheid voor de
Congolese bezoekers. Uiteraard is er geen woord over de indoctrinatie in
Brussel bij de Congolezen door conferenties vijandig aan de kolonisatie
ingericht door de Mazorati groep en door Centre
Bruxellois de Présence Africaine de Jean Van Lierde.
De rellen van 4 januari 1959 hebben
volgens de officiële bronnen 47 doden gemaakt, maar voor de realisatorenwaren
er honderden doden. Deze cijfers, nooit bevestigd, zijn aangebracht door de
Belgische Socialistische Partij.
Volgens Juliana Lumumba,
won de MNC de wetgevende verkiezingen in 1960 en had zelfs een meerderheid in
het parlement, maar de Belgen hebben alles gedaan om dit te saboteren. Tussen
de grootste partij zijn en de meerderheid hebben is er een verschil.
De soldaten van de Force Publique waren onderbetaald en ondergingen het racisme van
de officieren, allemaal Belgen. Het zijn de Belgen met generaal Janssens op kop
die de opstand provoceerden bij de Force Publique.
Verklaringen gesteund door de getuigenis van Etienne Mylemans.
De verklaring van generaal Janssens “Avant Indépendance = Après Indépendance » zijn
zoals andere uit hun context gerukt. De generaal wou zeggen dat het leger
steeds de overheid dient wat deze overheid ook is.
Eyskens stuurde Belgische soldaten naar
Katanga om het Congolese leger te ontwapenen. Geen woord over de opstand van de
Force Publique dat in Elisabethstad in de nacht van 9
op10 juli 1960 Europeanen vermoordde, wat de tussenkomst van de Belgische
troepen veroorzaakte.
We komen bij de ceremonie van 30 juni
1960. Etienne Mylemans, geboren in 1944, zoon van een
officier van de F.P., veroordeelt de rede van koning Boudewijn, die de bloedige
geschiedenis van de kolonisatie verzweeg, van de miljoenen doden, van de
afgehakte handen en de lof zong van Leopold II verantwoordelijk voor al deze
gruwelijkheden. Hoe kon de koning zo dom zijn.
Toen kwam de rede van Lumumba, goed naar voren
gebracht. Juliana Lumumba, dochter van, geboren in
1955kan geen herinneringen hebben van deze momenten en zegt:
« Het is een bevrijdende rede, hij
heeft durven zeggen aan de Blanken en aan de koning wat we dachten en beleefd
hadden… De Belgen hebben de beschaving, het licht, de infrastructuur gebracht
maar van onze kant zeggen we : ja maar jullie hebben ons vernederd,
geslagen, gemarteld, jullie hebben ons infrastructuren gelaten maarten koste
van ons bloed… »
Etienne Mylemans,
een gedroomde getuige voor de realisatoren gaat verder : « Lumumba is de duivel in persoon, hoeveel keer heb ik dat
niet gehoord! Uiteindelijk wat Lumumba zegt is waar,
maar wij wisten het niet!”
Daarna is de kwestie van het tragisch
einde van Lumumba, dat wordt toegeschreven aan de
Belgen.
Juliana Lumumba
voegt er aan toe : « Wij hebben het recht om gerechtigheid te vragen
voor wat aan onze vader is gedaan, op de manier waarop hij gedood is, aan het
geweld dat ze gedaan hebben. Jullie hebben niet alleen een vader gedood, jullie
hebben het ideaal van een land gedood, de droom van de Congolezen voor een
betere toekomst”
Gloria
Senga, een jonge Afrikaanse van 25 jaar
besluit : « hij is voor de eeuwigheid, voor generatie en generaties
een model voor de strijd, een model van de moed, aan hem wil ik
gelijken »
© Pierre Van Bost
vierde aflevering : Nooit echt
onafhankelijk
(video online europa) beschikbaar tot 31 januari 2019
De onafhankelijkheid is nog maar pas bezegeld of de twee rijkste provincies
van Congo scheuren zich af. Achter de schermen zijn het Belgische topambtenaren
en militairen die deze secessie orkestreren.
Het is mede met de steun van België dat Joseph Mobutu, een
oud-inlichtingenagent van de Belgische staatsveiligheid, in 1965 aan de macht
wordt geholpen. Mobutu bouwt een dictatoriaal regime uit dat gestoeld is op
symboliek en geweld, maar onderhoudt tegelijk hartelijke banden met veel
Westerse leiders. Zeker met België en in het bijzonder met koning Boudewijn.
Dertig jaar lang regeert Mobutu over Congo. Getuigen vertellen hoe ze eerst
vol hoop waren over zijn aantreden, maar later zelf vaak slachtoffer werden van
zijn ongenadig repressieapparaat. Dat zorgde dan weer voor de migratie van een
Congolese gemeenschap naar België. Deze aflevering vertelt het verhaal van de
opgang en de val van Mobutu, en tegelijk ook dat van de Congolese diaspora in
België.
4de aflevering
Kinderen van de Kolonie
De “bashing” gaat verder. Nieuwe aflevering sterk anti-Belgisch
over de postkoloniale periode. Deze episode, enkel gericht op het lot van de
Congolezen had als titel “Kinderen van de dictatuur” moeten heten.
Eens te meer wordt de geschiedenis op een tendentieuze
manier getoond. Geen enkele chronologische lijn, men springt van de hak op de
tak, de aangebrachte feiten zijn zeer selectief. Men spreekt over de Katangese afscheiding door België georkestreerd en over de
UMHK om Lumumba aan te vallen. De VN heeft België
laten doen in Katanga. Na de dood van Lumumba in
januari 1961 had Katanga geen reden van bestaan meer. België heeft Tshombe laten vallen. Daarentegen is het Katangese leger door Belgen gevormd.
De opstand van de Simba wordt verzwegen. Geen woord over de gruwelen gepleegd tegen
de inlanders en de Europeanen door wilden, die zich tot de groep van Lumumba identificeren. Geen woord over de moorden gepleegd
in zijn naam voor het standbeeld van Lumumba in
Stanleystad (Zie “Dans Stanleyville" van Patrick
Nothomb). Geen woord over de rol van Tshombe,
opgeroepen als eerste minister, die speelde in 1964 bij de pacificatie met de
hulp van België ( Ommegang van colonel
Vandewalle). Geen woord over de feiten van 1967 noch deze in Kolwezi in 1978.
De uitzending besteedt een groot deel aan de periode Mobutu. Hij had zeer goede
bedoelingen maar hij werd gesaboteerd door … wie anders dan België. Het
probleem was niet Mobutu, het kwade kwam van het Noorden dixit
Philippe Mabinda.
Men vergeet te zeggen dat zijn programma de zaïrisatie
was in 1973 nl alle eigendom afnemen van de buitenlanders ttz
handel, plantaties, woud- en grondindustrie wat
geleid heeft tot het economisch faillissement van het land, vooral te wijten
aan de onvermogen om zaken te leiden. In Zimbabwe was dit hetzelfde geval onder
Mugabe Daar was het niet de fout van de Belgen… hoewel?
Men heeft ook vergeten te zeggen dat na
de nationalisatie van de UMHK, Mobutu de koperproductie, in de tijd van de
Belgen 300.000 ton/jaar opgedreven heeft naar 600.000 ton:jaar. De inkomsten
van het koper hebben vooral de kas van Mobutu en zijn bende gespijsd en
grandioze onnodige projecten. Het volk heeft niets gezien van deze inkomsten.
De uitbuiting van het land was ten tijde van Mobutu en niet in de koloniale
periode.
Zij die niet akkoord waren met Mobutu zijn
het land uitgevlucht om hun toevlucht te nemen in België, bij hun voormalige
folteraars. Ze klagen dat ze niet onmiddellijk de Belgische nationaliteit
kregen. Nu dat ze Belg zijn spuwen ze in het gezicht van hun “noko” die hen leerden lezen, schrijven, die hen verzorgd
hebben en gevoed. Shame on you!
Volgens Pierre Mbuyamba,
dokter, hebben de Congolezen een minderwaardigheidscomplex en een
ongeschiktheid te wijten aan het gedrag van de Blanken. Als dokter zou hij
moeten weten dat als men een minderwaardigheidsgevoel heeft dat het niet baadt
om de wereld te veranderen maar dat men op zichzelf moet werken.
P Van Bost
vijfde aflevering : De koloniale
erfenis
(video online europa) beschikbaar tot 31 januari 2019
Het koloniale tijdperk ligt dan al wel bijna zestig jaar achter ons, het
verleden is niet dood. Voor veel mensen is de erfenis van die tijd nog
dagelijks voelbaar. Het dekolonisatieproces is nog lang niet voltooid, zeker
niet wanneer we het hebben over het dekoloniseren van de geesten.
Veel Belgen met Afrikaanse of andere roots
ondervinden dat stereotypen en denkbeelden uit de koloniale tijd nog altijd de
norm is in Vlaanderen. Dat uit zich in minder kansen op de arbeidsmarkt, de
confrontatie met racisme en het gevoel meer te moeten doen dan iemand anders om
hetzelfde te bereiken.
Hoe moeten wij als maatschappij omgaan met ons koloniale verleden en welke
rol hebben de diverse actoren daarin te spelen? Hoe kijken de verschillende
getuigen die de koloniale periode hebben meegemaakt, terug op bijna zestig jaar
postkoloniaal Congo en België? Welke lessen kunnen ze trekken uit het
gemeenschappelijke verleden en bestaat er zoiets als een historische
verantwoordelijkheid van België ten opzichte van de huidige situatie in Congo?
P. Van Bost
5de aflevering
Kinderen van de Kolonie
Deze uitzending toont
duidelijk aan dat titel slecht gekozen is. Het had moeten “De zwarte kinderen
van de kolonie”. Deze episode legt de nadruk op de trauma’s die de kolonisatie
zou gedaan hebben op de afstammelingen van de gekoloniseerde.
Hoewel de kolonisatie sedert ongeveer 60 jaar voorbij
is, is het verleden niet dood. Voor veel mensen wordt zijn erfenis nog steeds
gevoeld. Het proces van dekolonisatie is nog steeds niet gedaan, vooral niet in
de geesten.
Veel Belgen met Afrikaanse roots of andere ondervinden nog steeds dat de stereotypen
en mentaliteiten van de koloniale periode de norm is in Vlaanderen. Ze
hebben minder kansen op de arbeidsmarkt, hebben last van racisme en hebben de
indruk dat ze dubbel zoveel moeten doen om hetzelfde te bereiken als de gewone
Vlaming.
Deze discriminaties ondervonden door de
Congolese migranten begrijp ik maar deze hebben niets te maken met het
koloniaal verleden. Mijn familie, Franstalige Belgen, blanke huid, geëmigreerd
naar Nederland heeft dezelfde situaties meegemaakt. Blijkbaar heeft elke
maatschappij de neiging om vreemde elementen af te stoten.
Jean-Jacques Tamba,
geboren in 1940, beweert dat toen hij in België kwam in 1960 men het besturen
van treinen of bussen niet aan een zwarte toevertrouwde… want men dacht dat ze
niet slim genoeg waren ??? Nog één met een stereotiep denken, want in Belgisch
Kongo waren er al jaren machinisten en busconducteurs., begrijpen wie wil !
Tracy Bibo Tansia, jonge Belgische kleurlinge geboren in 1990 van
Congolese ouders, antikoloniale activiste werkende voor het minderheidsforum,
verklaart: “Ik ben wie ik ben door mijn roots, ik ben
geboren en opgegroeid in België, ik heb van mijn ouders veel van de Congolese
cultuur geërfd en ik ben er fier op! Ik zal mij nooit assimileren, nooit”. Het
is haar keuze maar dan moet ze er de gevolgen van dragen. Dit is het grote
probleem van veel migranten. Ze zijn geen Afrikanen meer maar zijn ook geen
Belg en hebben identiteitsproblemen. Dit is niet te wijten aan een koloniaal
verleden.
Wat het negatief beeld van de zwarte
betreft zou dit niet komen van het beeld dat ze van zichzelf gaven na de
onafhankelijkheden. Dit is een citaat overgenomen uit mijn boek “Lhéritage des Banoko”. In de tirannie
van de boete beschrijft Pascal Bruckner het Afrika
van het begin van de 21e eeuw. “Het hart van de duisternis is sinds
een halve eeuw niet meer de koloniale periode maar de Afrikaanse
onafhankelijkheid”. Deze cocktail van rampen zoals Kofi Annan zei 2001, de moorddadige regering van Mengistu, de
macabere zottigheden van Amin Dada, van een Sekou Touré, of een Bokassa, de krankzinnigheid van Samuel Doe en Charles Taylor
in Liberia, de bloeddiamanten van Foday Sankoh in Sierra Leone, etc… De
wreedheid in Afrika is NU !
Tracy Bibo Tansia verklaarde nog : » Als ik hoor dat de
Belgen de beschaving gebracht hebben in Kongo, dat doet mij pijn ». Het is
waar dat de waarheid soms hard te horen is maar ik begrijp niet die koppigheid
van de Congolezen om hun nederige oorsprong te ontkennen, laat staan primitief.
Mijn overgrootvader was een arme Vlaming, ongeletterd, zonder beroep die alle
dagen werkjes moest zoeken om zijn gezin eten te geven. Zijn oudste zoon, mijn
grootvader met een primair onderwijs ging op 13 jaar naar Frankrijk als
boerenknecht. Op 26 jarige leeftijd kwam hij naar werk zoeken bij de Brusselse
trammaatschappij denkende een werk te krijgen als ontvanger. Het werd
spoorlegger. Daarna volgde hij volwassenonderwijs en werd later bureauoverste.
Zijn zoon, mijn vader, heeft studies
gedaan voor ingenieur. In 1928 vertrok hij naar Kongo. In 1930 schreef hij aan
zijn ouders:”Ondanks de eerste ontgoocheling houd ik van de kolonie. Ik denk
dat ik dit in België zou missen. De grote zon, de wijde horizon, de wil van een
volk om de jungle te vervangen door een beschaving. Ik hou steden te zien
bouwen, en spoorwegen, en vliegvelden, en boten…”
In tegenstelling tot Congolese migranten
ben ik fier op de weg die drie generaties van mijn familie hebben afgelegd,
zonder schaamte dat mijn overgrootvader een boerenknecht was op 13 jaar, dus
een “moke”
Tracy Bibo Tansia gaat verder: “Ik zal verder vechten tegen de
borstbeelden van Leopold II tot ze allen verdwenen zijn. Want Leopold II is het
symbool van het begin van de kolonisatie van Kongo, van het begin van de
miserie van Kongo van 1885 tot 1908, van de miljoenen doden, weggevoerden,
verbrande dorpen, afgehakte handen, geweld tegen de vrouwen. Koning Filip zou
zich moeten excuseren voor wat gebeurd is met de miljoenen Congolezen ten tijde
van Leopold II. “
Hoewel hij ook rijkdom en vooruitgang
heeft gebracht begrijpen we dat dit een droevige geschiedenis is waarbij de
Koninklijke familie betrokken is.
De laatste aflevering zal volgende
dinsdag plaatsvinden op nieuwjaarsdag om goed het jaar 2019 in te zetten. De
kwestie zal zijn of België een morele verantwoordelijkheid heeft over wat in
Kongo gebeurd. Deze uitzending zal een debat zijn waarvan de deelnemers een
allegaartje is van antikolonialistische professoren, de ene meer dan de andere
waarvan M’Bokolo, de hatelijkste van allen. Dat
beloofd.
P Van Bost
Zesde aflevering : Beeldvorming
en Mythe
(video online europa) beschikbaar tot 31 januari 2019
30 juni 1960. Onafhankelijkheidsdag in Congo. België likt zijn wonden na
het verlies van de kolonie. In de decennia die volgen, is er vanuit academische
hoek maar weinig interesse in de koloniale geschiedenis. Het verhaal dat de
meeste mensen kennen, dateert nog uit de koloniale tijd en is vooral gebaseerd
op propaganda.
Allerhande foutieve beelden en mythes zijn ingeburgerd en leven tot op
vandaag door: Belgisch-Congo was een modelkolonie, alles ging goed en de
Congolezen waren ontzettend blij met de Belgische aanwezigheid. De
gezondheidszorg en het lager onderwijs waren de beste van Afrika en je kon met
de wagen van de Atlantische oceaan naar het uiterste zuiden van het land
rijden.
De werkelijkheid was veel genuanceerder dan dat. De eerste barsten in het
koloniale verhaal kwamen er pas in de jaren tachtig en negentig, toen kritische
werken verschenen over het bewind van Leopold II in Congo en over de rol van
België bij onder meer de moord op premier Lumumba.
Toch zorgden deze nieuwe bevindingen niet voor een grote ommekeer in
de beeldvorming bij het publiek. Toen in 2010 de vijftigjarige
onafhankelijkheid van Congo werd gevierd, overheerste de nostalgie naar de
kolonie. Vandaag is dat anders, pas nu kan er met een echt kritische blik naar
het koloniale verleden worden gekeken.
Deze laatste aflevering van Kinderen van de kolonie gaat over de mythes
rond ons koloniale verleden. Ze onderzoekt waarom we denken wat we denken over
Belgisch-Congo en hoe die beeldvorming in postkoloniaal België tot stand kwam.
Diverse Congolese en Belgische experts komen daarover aan het woord: prof.
dr. Idesbald Goddeeris (KU
Leuven), prof. dr. Elikia M'Bokolo
(Université Kinshasa), prof. dr. Isidore
Ndwadywel (Université
Kinshasa), dr. Bas De Roo (Geheugen Collectief), dr. Jean Omasombo
(Afrikamuseum Tervuren) en prof. dr. Guy Vanthemsche
(VUB).
P. Van Bost
6de aflevering
Kinderen van de Kolonie
Zoals verwacht is deze
aflevering de apotheose van deze serie.
Vorige week zei ik: « een debat waarvan de
deelnemers bestaan een allegaartje van antikolonialistische
professoren waarvan M’Bokolo de meest haatdragende
is ». Ik moet deze aankondiging verbeteren, het was geen debat het was een
collage van stukken interviews van pseudohistorici de enen meer dan de andere
antikolonialistisch.
Waarom beschouw ik deze eerbare
professoren als pseudohistorici? Omdat allen, zonder uitzondering een streng
oordeel vellen over het koloniaals verleden van België. Een historicus is een
wetenschapper die feiten naar voren brengt zonder partij te kiezen noch een
oordeel om de goede reden dat de moraal en de waarden van weleer niet
overeenkomen met deze van vandaag. Deze professoren zijn activisten vooraleer
historici te zijn. Ik twijfel dus ook aan hun integriteit.
De uitzending begint met te zeggen dat
men steeds een idyllische beeld te geven van de kolonisatie waar de goede Belg
de beschaving brengt bij de wilden. Volgens de realisatoren is er geen
kritische analyse geweest na 1960, en is zijn de propaganda van de beschaving
gebleven: Leopold heeft Kongo gemaakt , er de beschaving gebracht en bevrijd
van de slavernij. Maar de waarheid is gans anders. Wij moeten wachten tot 1998
op Hochschild en zijn boek om de waarheid te kennen.
Het is onmogelijk om alle absurditeiten
te commentariëren.
Een paar voorbeelden
Prof. Dr. Idesbald Goddeeris, geboren in 1972, professor koloniale geschiedenis aan de KULeuven, technisch adviseur bij de reeks.
- Indien de kolonisatie over
economische verrijking gaat is het nogal goed gelukt, indien het over
kerstening gaat is het ook grotendeels gelukt, indien het gaat over een nieuwe
maatschappij gaat is het mislukt, want 60 jaar na zijn onafhankelijkheid is het
een gefaalde staat. Uiteraard is dit niet alleen door de kolonisatie maar het
verleden speelt een rol alsook de Belgische politiek na 1960.
- Het koloniaal verleden blijft gevoelig
want veel feiten komen niet overeen met onze waarden want er zijn te veel
feiten gebeurd die we niet kunnen verdedigen, zoals uitbuiting, racisme,
plundering, miljoenen doden.
Commentaar
Indien Kongo een mislukte staat is, is
het door nalatige dekolonisatie. In 50 jaar kolonisatie was het onmogelijk om
de Congolezen van het prehistorische tijdperk naar dat van ruimtevaart te
brengen, de schooltijd was te kort. De onafhankelijkheid is een historisch
accident. In tegenstelling tot wat Lumumba zei is ze
niet bereikt door een strijd van het volk maar is het resultaat van een
complexe koude oorlog. De Kongo van 1960 was een moderne staat, goed uitgerust
maar de onafhankelijkheid heeft alles vernield en er blijven slechts ruïnes
achter. Je kunt het vergelijken met een vliegtuig dat opstijgt en onderweg is
er een onbewuste die de motors stillegt, de crash is niet te vermijden. Er
resten alleen nog brokstukken en met brokstukken maak je geen vliegtuig. Wat
Kongo kreeg is aldus verloren gegaan.
Ik zou graag de professor horen
uitleggen hoe 2000 blanken 10 miljoen zwarten kunnen vermoorden.
Prof. Dr. Guy Vanthemsche, geboren in 1958, prof aan de VUB, technisch
raadgever bij de reeks
- we zouden kunnen zeggen dat de
kolonisatie een verkrachting is van een samenleving door een andere. Zeggen dat
de kolonisatie ook positieve aspecten heeft, komt er op neer te zeggen dat een
kind van een verkrachting ook mooie kenmerken heeft.
Commentaar
Het is erg voor een professor geschiedenis
die niet weet dat de wereld ontwikkeld
is als gevolg van opeenvolgende kolonisaties. Dus zijn we allemaal kinderen van
verkrachtingen.
Prof. Dr. Elikia M'Bokolo, geboren
in 1944, Lumumbist en notoire antikolonialist, prof
geschiedenis aan de universiteit van Kinshasa
- Jullie hebben toch smeerlapperijen gedaan in Kongo.
- De rede van Lumumba
was de weigering van een oneerlijk systeem dat ze niet meer konden verdragen.
Tegenover de afstammeling van Leopold II zei Lumumba:
wat jullie hier deden is gedaan,wij zullen iets anders doen.
Wij hebben ontdekt dat de koloniale
propaganda van een buitengewone handigheid was. De Belgen hadden Kongo op hun
tafel, in hun kamer, in hun badkamer en deze brainwashing zorgde ervoor dat ze
nooit begrepen wat er in Kongo is gebeurd. In 1960 was de meerderheid van de
Belgen gewonnen voor het koloniaal idee.
- De ware geschiedenis van Kongo moet
geschreven worden vanuit Kongo en niet vanuit het oogpunt van de Belgen
- Zou België zoals ze nu is, België zijn
zonder Kongo?
Commentaar:
M'Bokolo zegt van alles en nog wat. In
tegenstelling tot wat hij beweert, is er in België steeds een sterke oppositie
geweest aan de kolonie. Al in de tijd van Leopold II waren de socialisten tegen
zijn koloniale onderneming. Emile Vandervelde heeft de Engelse antikoloniale
strijd van Morel steeds gesteund. Later is het idee van onafhankelijkheid
ontstaan in België en de Congolezen die de Expo 1958 in Brussel bezochten
werden geïndoctrineerd door Jef Van Bilzen en zijn groep Mazorati
en de ‘Groupe de Présence Africaine’
geleid door Van Lierde.
Ik ben er volledig mee akkoord dat het aan de Congolezen is om hun geschiedenis
te schrijven maar ik ben niet akkoord dat wij het zouden overnemen. Onze
revolutie van 1830 is verschillend geschreven naargelang Belgisch of Nederlands
en daar hoeft niets aan te veranderen.
Zou België het België van nu zijn zonder
Kongo? Is een hypothetische vraag zonder antwoord.
Prof. Dr. Isidore
Ndaywel, geboren in 1944, prof universiteit, lid
van Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen.
- de lokale bevolking waren geen
menselijk wezens, je mocht er op slaan
- De landbouw dat men ontwikkelde
was een export landbouw. Het was de doodsteek van de plaatselijke landbouw want
het is een landbouwmodel dat is opgelegd die tot op heden het werk omzet in een
straf. En dit is een zwak punt dat ons nu nog parten speelt.
- Voor de Congolezen is Lumumba door de Belgen vermoord.
-
Als het gaat over de Congolezen die de koloniale periode missen, antwoord hij
meteen dat ze de chicotte vergeten zijn. Ik mag
zeggen dat het erg was, erg ook om te zien, erg om te een man, een familievader
die gevangen genomen wordt, zijn broek naar beneden, plat op de grond en 35
slagen te krijgen
Commentaar
Er waren in Kongo 2 soorten
landbouw, een Europese landbouw gebaseerd op grote oppervlakten en bestemd voor
industriële behandeling of aan export en een inlandse landbouw voornamelijk
gericht naar voedingsproducten. Deze laatste was op wetenschappelijke basis
ontwikkeld om hongersnood te vermijden en voldoende voor de Congolezen zelf.
Voor 1960 liet de voedingslandbouw zelfs toe om overschotten te exporteren. Na
de onafhankelijkheid hebben de Congolezen hun oude gewoonten teruggenomen om
enkel voor hun persoonlijke noden te voldoen. Zes maanden later moest de wereld
levensmiddelen aanbrengen zoals het nu in sommige streken is.
Wat de chicotte
betreft, gezien zijn geboortejaar moet dat in de jaren 50 geweest zijn. Toen
was de maximumstraf 12 slagen. Deze straf werd enkel toegepast door
gerechtshoven van inboorlingen en in gevangenissen of het leger.
Dr. Bas De Roo,
licentiaat Afrikaanse geschiedenis en
Belgische kolonisatie, technisch raadgever, werkt voor het “Geheugen
Collectief” een organisme waarvan het doel is de vulgarisatie van geschiedenis.
Ik heb niets begrepen van wat hij zei door dat hij zo slecht sprak.
Dr. Jean Omasombo,
dokter in de rechten (ULB 1987, vermoedelijk geboren in 1960, onderzoeker bij
het KMMA, Tervuren.
- Over de rede van de Koning en Lumumba zei hij : in antwoord op wat de Koning zei dat
Leopold alles had gegeven, antwoordde Lumumba :
ik heb slechts vernederingen gekend, mijn moeder is verkracht, mijn vader is gedood,
jullie hebben alles kapot gemaakt, alles ontnomen, ik ben vernederd omdat ik
een neger was.
- Leopold II heeft niet geaarzeld om in
zijn onderneming gewezen slavenhandelaars te betrekken. Mijn grootvader en
overgrootvader zijn door de arabo-swahili vastgenomen
om verkocht te worden, zij waren slaven. Leopold II heeft diezelfde mensen
vastgehouden in hun dorpen om hetzelfde werk te doen.
- We hebben teveel geleden, we hebben
teveel geleden!
- Vergeet niet dat het praktisch
apartheid was in Belgisch Kongo, en vergeet niet dat de mensen die moesten
Kongo beheren eerst naar de school in Antwerpen gingen en sommige gingen eerst
naar Zuid Afrika vooraleer naar Kongo te gaan. Het waren mensen die zo gevormd
werden dat ze niet meer zagen wat ze deden.
- Wanneer ik vandaag hoor zeggen: dit is
de situatie in Kongo, indien we gebleven waren bij het oude was het beter. Wat
weten zij over de kolonisatie? Dat gaat niet, gisteren was slecht
- We moeten benadrukken dat de
onafhankelijkheid van Kongo zowel de Belgen als Congolezen verrast heeft. In de
wereldgeschiedenis is dit de snelste onafhankelijkheid maw
op het ogenblik dat je ze ziet aankomen is ze er al.
Commentaar
Omasombo heeft
een zeer eigenaardige manier om de geschiedenis voor te stellen, het is
misschien eigen aan de onderzoekers van het Afrika Museum van Tervuren. Zijn
beschrijving over de toekomstige agenten voor Kongo die langsgaan in Zuid
Afrika is belachelijk. Omasombo beweert afgezien te
hebben van de kolonie maar hij heeft het nooit gekend. Wat de onafhankelijkheid
betreft dat de Congolezen niet hebben zien aankomen bewijst nogmaals het
ontbreken van een strijd voor het verkrijgen van de onafhankelijkheid.
Conclusie
De realisatoren van deze reeks
hebben een mooie propaganda reportage gemaakt voor het antikolonialisme en
anti-Belgisch. Met de hulp van enkele professoren die technische raadgevers
waren, hebben de organisatoren aangetoond aan de Vlamingen dat de Belgische
kolonisatie een marteling was voor de Congolezen.
Om dit te realiseren legde men de nadruk
op de periode van de Vrijstaat, deze van de onafhankelijkheid en de dood van Lumumba. Voor dit laatste werd uiteraard Ludo De Witte
geraadpleegd.
Maar of er al dan niet gruwelijkheden
gebeurd zijn ten tijde van de Vrijstaat en dat de Belgen al dan niet Lumumba hebben vermoord, deze uitzendingen zeggen niets
over de koloniale periode van 50 jaar loopt tussen de twee feiten.
Hoewel deze kolonisatie een commercieel
doel had, dat belet niet dat voor de komst van de Belgen de inboorlingen
primitief was, bijna naakt rondliep, kannibaalse neigingen hadden, het schrift
niet kende, noch het wiel, noch de ploeg, noch de meststoffen laat staan dat ze
trekdieren hadden. Hun levensverwachting was ook beperkt.
In 50 jaar heeft de kolonisatie dit
allemaal veranderd. Zij heeft de bevolking verzorgd, gekleed, onderwezen en een
beetje westerse beschaving gebruikt. M'Bokolo, Ndaywel, Omasombo zouden nooit
geworden zijn wat ze nu zijn zonder de kolonisatie. Het minste dat je van hen
zou verwachten is geen bedanking maar herkenning.
Deze reeks, met de steun van de Belgische
ontwikkelingsamenwerking, maakt deel uit van een strategie georkestreerd door
hogere instanties van dit land. Ze is een vervolg van de expositie “Uw/Onze
Kongo” in 2014 met de hulp van de Boudewijnstichting, een tentoonstelling
voorgesteld aan de scholen in België en Kongo. Daarna volgde de transformatie
van het museum van Tervuren. Het leidmotief van deze evenementen is steeds
dezelfde, bewijzen dat de koloniale propaganda de geesten van generaties Belgen
en Congolezen hebben beïnvloed. Het heeft stereotiepen gemaakt in de denken
waar de Congolezen van de diaspora in België het slachtoffer van zijn. Om deze
stereotiepen te ontwrichten moet de koloniale propaganda ontwricht worden.
Ik blijf erbij dat indien de Congolezen
een minderwaardigheidscomplex hebben dat ze dit werk op hun eigen doen, in
plaats van de wereld rond hen te willen veranderen op hun manier
Veldhoven, le 3 januari 2019